De Volksstem in de periode van haar ontstaan te Groningen.
Bij het ontstaan van de arbeidersbeweging in de jaren 80 van de 19e eeuw is er grote behoefte
om het de politiek en maatschappelijk bewustzijn van de arbeiders te bevorderen. Naast scholing en vorming was er ook grote behoefte aan cultuur en ontspanning. Het doel was verheffing van het volk en emancipatie.
De plaatselijke afdeling van de Sociaal Democratische Bond (SDB), de oude beweging van Domela Nieuwenhuis is opgericht in 1885 in Groningen. Een gedenksteen van Henri de Wolf in de Folkingestraat aan de zijkant van Huize de Beurs herinnert ons hier nog aan. Bij de SDB als centrale politieke organisatie waren vakbonden, jongelingen, vrouwen en kiesverenigingen aangesloten. De uit de geschiedenis bekende sport, toneel, zang en muziekverenigingen waren ook lid.
In 1887 is er al sprake van een toneelvereniging ‘De Vrijheid” met als doel ontspanning en propaganda. Het lag in de bedoeling dat deze vereniging een toneelstuk zou opvoeren voor de staaksters van de Vlasfabriek van Dumonceau, begin 1890.
Voor de sport was er een schermvereniging “Mars” waar o.a. ook een cursus zelfverdediging gevolgd kon worden. Ook was er een socialistisch mannenkoor “Door het volk, voor het Volk”, opgericht in 1887 en in hetzelfde jaar van naam veranderd in “Eendracht” doch in1890 weer opgeheven. In maart 1893 wordt: “Het Vrijheids koor” te Groningen opgericht. Vanaf 1890 werden 1 meivieringen georganiseerd in de stad Groningen waar Domela Nieuwenhuis sprak in “De Toekomst”.
Het in 1894 bestaande “Vrijheidskoor” kon niet meedoen aan het 1 mei feest omdat de meeste leden dienstbodes waren en de mevrouwen niet van een optreden gediend waren. Niet bekend is hoelang dit koor het volgehouden heeft.
Na het congres in 1893 in gebouw De Toekomst te Groningen, waarin de SDB zich afkeerde van de parlementaire weg, werd de SDAP opgericht in 1894 die zich wél op het parlement richtte. Er ontstond behoefte aan een eigen Sociaal Democratisch koor.
Ontstaan en achtergrond
De Volksstem werd in 1900 vermoedelijk vanuit de plaatselijke SDAP opgericht als Arbeidersmannenkoor. Het doel was om met socialistische strijdliederen het sociaal-democratische gedachtengoed uit te dragen. In het begin was een gemengd koor een stap te ver, in de jaren ’20 kwamen de vrouwen erbij. Naast “De Volksstem” was er nog het mannenkoor “Morgenrood”. In een affiche uit 1921 voor het 1 mei feest zien we “De Volksstem” samen met “Morgenrood” optreden.
Na een uitspraak van de Bond van Arbeiderszangverenigingen, waar ook de Volksstem bij aangesloten was, is “Morgenrood” waarschijnlijk opgeheven in1923.
De meeste leden van “Morgenrood” zullen overgegaan zijn naar “De Volksstem”, die uitgroeide tot een groot gemengd koor met ongeveer 300 leden en een eigen kinderkoor.
Zeker in het begin moeten we het koor als onderdeel van een strijdorganisatie zien.
Dat schiep natuurlijk de nodige verplichtingen. Vaak werd er samen met een socialistisch muziekgezelschap opgetreden en was er een uitvoering van een links toneelgezelschap.
Na de spoorwegstaking van 1903 kregen de Sociaal Democraten het verwijt van de beweging van Domela Nieuwenhuis dat zij de staking zouden hebben gebroken.
De verwijdering tussen de “oude” (Domela) en de “moderne”(SDAP) beweging werd definitief. Het meest in het oog tredende moment van het jaar was in het begin van de 20e eeuw de 1 mei viering, die in het begin nog gezamenlijk werd gevierd. Vele liederen werden op deze bijeenkomsten samen met het publiek gezongen.
Het repertoire
Zeker in het begin, zo rondom de eeuwwisseling, was de Volksstem een echt strijdkoor. Dat is te merken aan de titels, het moment van ontstaan en de inhoud van de liederen. De zogenaamde culturele verheffing, het meer klassieke repertoire is van na de 1e wereldoorlog. De strijdliederen van het begin kwamen van eigen bodem maar ook van de ons omringende landen waar de arbeidersbeweging al wat ouder was.
Frankrijk en Engeland, maar vooral Duitsland hebben ons repertoire sterk beïnvloed. Het “Mariannelied”, de “Internationale” en de “Acht urenmars stammen uit de 19e eeuw.
“Eens” en “Morgenrood” zijn in het begin van de 20e eeuw gemaakt door Otto de Nobel, een beroemde naam bij zingend links in het begin van de vorige eeuw. Tekstschrijvers als Dirk Troelstra, de broer van Pieter Jelles, Henriëtte Roland Holst, Marie Vos, Antoon Krelage en A.S. de Levita zijn namen die voor altijd verbonden zijn aan de liederen uit de beginperiode van een strijdbaar koorverleden.
De Rode Familie
Het publiek bestond voornamelijk uit de bekende “Rode Familie”. Dat waren niet alleen de SDAP en vanaf 1906 het NVV. Vooral in het begin deden de Verenigingen ter bevordering van het kiesrecht mee omdat dat nog bevochten moest worden.
Op het affiche van het Meifeest uit 1902 hiervoor, wordt duidelijk dat de avond geopend wordt door “De Volksstem” met twee liederen en na de rede van Hermans en het toneelstuk wordt het afgesloten met weer twee liederen. Tussendoor, zie de laatste regel, werd er spontaan met de zaal gezongen. De toenmalige dirigent zal een en ander wel begeleid hebben. Naast de 1 mei feesten waren er vele andere bijeenkomsten waar het koor aanwezig was. Rondom 1900 waren er veel kiesrechtbijeenkomsten waar het koor een ondersteunende rol in speelde met liederen voor het kiesrecht. Voorts waren er de achturendag bijeenkomsten waarbij de bekende achturenmars werd gezongen. Als er iets te jubileren viel in de SDAP, het NVV, of een politiek bevriende andere vereniging, dan werd er vaak een beroep op het koor gedaan om op te treden.
Er ontstond een zekere aanwas van organisaties; in de loop der jaren ontstond de Sociaal Democratische Vrouwenclub, de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), het Instituut voor Arbeidersontwikkeling, Het Religieus Socialistisch Verbond, de Arbeidersmuziekvereniging “Door het Volk-Voor het Volk”, de Arbeidersmandolineclub “Kunst en Strijd”, “De Volksstem”, de afdeling Groningen van de Arbeiders Sport Bond, de “Vereniging van Arbeiders Radio Amateurs”(VARA), muziekvereniging “Ons Ideaal”en niet te vergeten de coöperatie “De Toekomst”. Naast de vele taken van de coöperatie financierde zij vaak diverse activiteiten van de Rode Familie. Dat deed zij vaak samen met het NVV. Niet zo vreemd, deze twee organisaties waren de enige met inkomsten.
Verheffing des volks
In de opkomende arbeidersbeweging aan het begin van de 20e eeuw zien we een sterk streven naar emancipatie. Naast verbetering van loon, arbeidstijd en behuizing was dit streven ook sterk gericht op onderwijs en cultuur.
Het ideologische uitgangspunt wordt dat je trots moet zijn dat je arbeider bent en de beweging je kansen biedt om je te ontplooien via de Rode Familie. De Volksstem voldoet in cultureel opzicht, naast het strijd en propaganda element, hier goed aan. Zoals het Instituut voor Arbeidersontwikkeling naast politieke scholing ook taalcursussen aanbiedt, biedt de Volksstem haar leden politieke (inhoud van de liedteksten) en muzikale vorming in de nieuwe eeuw. Het idee over emancipatie in de Sociaal Democratie ontwikkelt zich in reformistische zin, dwz. lotsverbetering in kleine stapjes binnen het kapitalisme en de parlementaire democratie. Stond in het begin de klassenstrijd centraal, in de loop der jaren verplaatste zich dit naar gemeenschapszin en socialistische gezindheid.
Het begrip “Emancipatie” wordt door de verschillende loten van de Arbeiders beweging verschillend uitgelegd. De oude beweging van Domela heeft daar haar eigen, anarchistische visie op. De zgn. “Tribunisten”, die in 1909 uit de SDAP traden en later de CPN zouden oprichten dachten dat bij het uitbreken van de revolutie de arbeiders hun eigen emancipatie zouden bereiken en dat dat het startpunt zou zijn van een nieuwe proletarische cultuur.
De “andere” Rode Familie
Natuurlijk, De Volksstem is geboren in 1900 vanuit de Sociaal Democratie. Althans, dat vermoeden we.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het oude archief door de toenmalige secretaris vernietigd, waarschijnlijk om veiligheidsredenen. We kunnen dus niet terugvallen op geschreven bronnen.
Zowel bij de oude beweging van Domela Nieuwenhuis, die zich Vrije Socialisten noemden als bij de Sociaal Democratie was er een sterke geheelonthoudersbeweging actief. Het doel was om de arbeiders van de drank weg te houden en op te voeden binnen het concept “Verheffing des Volks”. Denkende mensen drinken niet en drinkende mensen denken niet, was de slagzin.
De Vrije Socialisten die ook het antimilitarisme propageerden kwamen in 1910 tot een eigen geheelonthouderskoor, “Abstinentia”.
Het Sociaal Democratische geheelonthouders koor was: “De Blauwe Vaan”, in 1925 opgeheven.
In 1931 werd een nieuwe start gemaakt onder de naam “De Onthoudersstem”.
De “Onthoudersstem” en “Abstinentia” zijn in 1962 gefuseerd onder de naam “Blauwe Zangers”.
In 1969 fuseert “De Volksstem” met de “Blauwe Zangers”. Beide namen staan naast elkaar in het nieuw tot stand gekomen koor. Zo is de historische cirkel weer rond, de “Oude” beweging en de “Modernen” weer bij elkaar!
Het vervolg
Groei
Het mannenkoor groeide uit tot een groot gemengd koor met ongeveer 300 leden en een eigen kinderkoor. In de jaren ‘20 en ‘30 en direct na de Tweede Wereldoorlog werden klassieke oratoria uitgevoerd. Tijdens de oorlog werd er bij De Volksstem niet gezongen: men weigerde te zingen wat de Duitse bezetter toestond.
Na de oorlog
Door terugloop van het ledenaantal ging De Volksstem in 1969 samenwerken met De Blauwe Zangers, ontstaan vanuit de Geheelonthouders beweging. De naam werd: De Volksstem/Blauwe Zangers. In de statuten blijft deze naam gehandhaafd. Vanaf 2000 noemen we ons weer De Volksstem.
Strijdkoor
Vanaf de jaren ‘70 ontstond er bij De Volksstem een hernieuwde belangstelling voor de oude socialistische strijdliederen.
Met dirigent Ep Wesseling presenteerden we ons als strijdkoor op politieke bijeenkomsten en demonstraties.
Het repertoire werd uitgebreid met strijdliederen uit Zuid-Afrika en Latijns Amerika.
Nu
Vanaf 1994 zijn we een zelfstandige vereniging met eigen statuten en als doelstelling: “Het beoefenen van de zangkunst en in het bijzonder het zingen van liederen, die de aandacht vestigen op onrecht en misstanden in eigen land en daarbuiten”.
In 2004 hebben we ons aangesloten bij de Koninklijke Bond van Zang- en Oratoriumverenigingen (KBZON).
Projecten
In 1995 begonnen we met projecten: het eerste project was de Mauthausen cyclus. Daarna volgden het Eisler/Brecht programma(1998), “De Sjostakovitsj Show“ (muziek van de Russische componist Dmitri Sjostakovitsj, 2000), “Kies je alleen maar voor jezelf?” (n.a.v. 100 jaar Spoorwegstaking, 2003) en “Oorlog in tijden van liefde” (muziek van de Griekse componist Mikis Theodorakis, 2004). In 2005 brachten we het programma “De Vluchteling”.
In 2000 werd door De Volksstem de Stichting Volksstemprojekten opgericht voor het organiseren van (financieel) omvangrijke projecten.
In 2007 en 2008 brachten we de Cantata Santa Maria d’Iquique, een Chileense Cantata ontdekt in het boek De Windjammers van Aafke Steenhuis over de chilisalpetervaart. De Cantata werd geschreven door Luis Avis, in de tijd van Allende. We hebben de rechten voor uitvoering opgevraagd en gekregen van de Chileense “Buma/Stemra”.
Vanaf 1996 is onze dirigent: Douwe Ettema.
Hoogtepunten
Voor de Volksstem waren er in de afgelopen eeuw diverse hoogtepunten, zoals:
De buitenlandse reizen: in de jaren ’20 naar zuster koren in Emden en Bremen en in 1956 naar het Deense Aalborg.
De grote concerten met klassieke oratoria, samen met de Groninger Orkest Vereniging (nu het Noord Nederlands Orkest).
Een uitvoering van “Ein Deutsches Requiem” van Brahms in 1935 werd door de VARA radio uitgezonden.
De live-uitvoering vanuit de hal van het Groninger Hoofdstation van “Morgenrood” voor de VARA radio in 1999.
De viering van het 100-jarig bestaan van ons koor met het Kritiek Muziek Festival in de Oosterpoort.
De uitvoering van het Sjostakovitsj-project.
Deelname aan het Brechtfestival in Deventer.
Deelname aan het Internationale Streetmusic Festival in Maastricht.
Zingen bij de Volksstem, Groningen, 6 mei 2012.